ACVIM Forum 2008
ABSTRACT #299 FACTORS PREDICTIVE OF NON-INSULIN DEPENDENCE IN DIABETIC CATS INITIALLY TREATED WITH INSULIN. K Roomp1, JS Rand2 . 1Max Planck Institute for Informatics, Saarbrücken, Germany. 2Centre for Companion Animal Health, University of Queensland, Australia*
[vertaling en toelichting: mosje]
Katten met diabetes kunnen dikwijls binnen een periode van enige weken of maanden na de aanvang van de behandeling met insuline weer een situatie bereiken met normale bloedsuikerwaarden. Dit wordt diabetische remissie [of honeymoon, m.] genoemd. Het doel van dit onderzoek was om te bepalen welke factoren wellicht het bereiken van een remissie zouden kunnen voorspellen.
Er werden vijfenvijftig katten onderzocht. De gebruikte insuline was glargine [Lantus, m.] en de eigenaren van de katten gingen te werk volgens een protocol met een intensieve controle van de bloedsuikerwaarden**, waarbij de katten een dieet volgden met een laag gehalte aan koolhydraten. Katten waarvan werd vastgesteld dat ze leden aan acromegalie werden uitgesloten van de studie. Vijftig katten in het cohort waren aanvankelijk gedurende een periode van in de meeste gevallen 15 weken behandeld met andere typen insuline (47 met Caninsulin), maar waren er niet in geslaagd om remissie te bereiken voordat ze werden overgezet op glargine [Lantus, m.] en het intensieve protocol van bloedsuikerregulering.
Vijfendertig katten in het cohort (64%) bereikten remissie. Voor katten die binnen zes maanden voordat de diabetes werd vastgesteld behandeld waren met corticosteroïden was de kans op remissie groter dan voor de katten die geen corticosteroïden hadden gekregen (P 5 0.0014, Fishers exact test, 95% CI 2.45, Inf)*** Katten die ten tijde van de diagnose een plantigrade stand te zien gaven, of lichte tekenen van perifere neuropathie, zoals moeite bij het beklimmen van de trap, hadden een significant kleinere kans om remissie te bereiken (P 5 0.0036, Fishers exact test, 95% CI 0.018, 0.606). Toen echter katten met slechts een plantigrade stand werden onderzocht, dat wil zeggen toen katten met lichte tekenen van neuropathie werden uitgesloten, waren de verschillen niet meer significant.
Er was een significant verschil wat betreft de gemiddelde maximum benodigde insulinedosis tussen de katten die gedurende het onderzoek remissie bereikten (0,43 ie/kg 2x per dag) en katten die afhankelijk bleven van insuline (0,66 ie/kg 2x per dag) (P 5 0.016, Wilcoxon rank sum test met continuïteitscorrectie). Katten waarbij binnen 180 dagen (6 maanden) na de diagnose werd gestart met intensieve controle van het bloedsuikergehalte hadden een grotere kans om remissie te bereiken dan katten die meer dan 180 dagen na de diagnose op het protocol waren gezet (P o 0.001, Fishers exact test, 95% CI 2.42, 45.48).
Andere factoren die werden onderzocht waren:
- leeftijd van de kat op het moment van de diagnose
- geslacht van de kat
- gewicht van de kat op het moment van de diagnose
- een eventuele diabetische ketoacidose ten tijde van de diagnose
- ontwikkeling van azotemie (te hoog stikstofgehalte in het bloed, m.) gedurende de behandeling
- hyperthyreoïdie (overactieve schildklier, m.)
- de frequentie waarmee hypoglycemische waarden werden gemeten
We moeten concluderen dat voorafgaande behandeling met corticosteroïden, perifere neuropathie, een lagere maximumdosis insuline en intensive meting van bloedsuikerwaarden bij gebruik van Lantus (glargine) kunnen worden geassocieerd met een grotere kans op remissie in katten met diabetes.
--------------------------------------------------------------------
* Dit is een zo geheten abstract, een samenvatting van een nog niet gepubliceerd onderzoek, zoals gepresenteerd op het grote jaarlijkse congres van de Amerikaanse beroepsvereniging van dierenartsen ACVIM. Meestal volgt dan later een officiële publicatie in de vorm van een peer reviewed artikel. Peer reviewed wil zeggen dat het artikel en dus het onderzoek, is goedgekeurd door deskundige collegas en voldoet aan eisen van wetenschappelijkheid. Omdat het hier slechts gaat om een abstract gelden de resultaten van dit onderzoek nog niet als onomstotelijk. Niettemin is dit wel een van de grotere onderzoeken in termen van het aantal katten en gaat het bovendien niet om laboratoriumtests, maar om real life-ervaringen zoals we die ook meemaken op diabeteskatten.nl.
De onderzochte 55 katten zijn namelijk katten van het Duitse Lantusforum. Onder andere daarom staat Kirsten Roomp (die zelf geen dierenarts is) samen met professor Rand vermeld als auteur. [mosje]
**Het bedoelde protocol is het Duitse protocol, zie http://www.tillydiabetes.net/de_6_protokoll2.htm [m.]
*** Wat steeds tussen haakjes staat zijn resultaten van statistische analyses. [m.]